Pas op, hier waak ik!

Toen mijn zusje het bordje aan het raam plaatste moest iedereen eens lachen. "Waken dat hij doet!", zeiden ze. Ik maak niet veel lawaai, ik jank wanneer ik bij andere honden wil gaan spelen, maar niet mag. Ik jank wanneer ik eten wil, maar niet mag. Ik blaf van opwinding wanneer ik aan het spelen ben. Maar waken? Nee, dat hadden ze me nog nooit weten doen.

Ze merken het wel aan me wanneer er iemand aan de deur is. Ik kijk dan op en vraag bevestiging aan mijn baasje door afwisselend naar haar en naar de deur te kijken. Ik weet het wanneer opa thuiskomt. Het geluid van de camionette ken ik als geen ander. Dan sta ik direct aan de deur. Wanneer de bel gaat spring ik weg achter mijn baasje, want een akelig geluid is dat. Ik verraad dus wel de aanwezigheid van nieuwe dingen. Maar waken?

Mijn mama had laatste een rare droom. Ze werd ’s morgens wakker en vond mij in de stal bedolven onder schoendozen. Er was een kat binnengekomen langs het hondenluik en die had alle dozen van de rekken gesprongen. Ik had ze op het rek gejaagd, maar had die dozen niet verwacht. Toen ze die dag haar droom vertelde moesten ze eens lachen. Olaf, die gaat daar niet van wakker worden.

Tot er gisteren een kat in onze tuin verscheen. Ik blafte de ganse buurt samen. Ma ging verwonderd in de tuin gaan kijken en ja hoor… ze zag de kat op de muur zitten. "Flinke jongen!", zei ze, "Er zit dus toch een waker in je!". Daarna vroeg ze me wel om te stoppen met blaffen, maar dat wou ik niet… die kat zat in mijn tuin, mijn tuin is van mij.

Mama heeft jammer genoeg geen foto genomen, maar als troostprijs een filmpje van mij tijdens het schooien naar voedsel…. Want dat, dat kan ik nog veel beter dan waken.

Reacties