De levensfasen van een opgroeiende puppy

De meeste mensen krijgen hun nieuwe pup wanneer die een leeftijd heeft van 8 tot 12 weken. Dit is een heel belangrijke fase in het leven van een puppy. Wat ze gedurende die levensfase ervaren blijft meestal voor altijd in hun herinneringen hangen. Iedere ervaring heeft dus een blijvend effect. Het is heel belangrijk om de puppy te besparen voor traumatische, stressvolle ervaringen. Leer de puppy op een positieve manier weg te leiden van situaties die hem bang maken en te belonen voor zaken die hij goed doet.

Vanaf 12 weken is de puppy klaar om op verkenning te gaan. Het is als het ware de pubertijd van een puppy. Wanneer hij moet kiezen tussen luisteren naar zijn baasje of op verkenning gaan, zal hij kiezen voor zijn eigen pad. Tijdens het wandelen hou je de puppy best aan de lijn en spendeer dan veel tijd aan het komen op commando. Wil de hond niet komen, doe dan alsof je iets ongelofelijk interessants gevonden hebt. Hij zal zijn nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen. Het is ook de periode waarin pups nood hebben aan kauwen. Hun tanden beginnen te wisselen en dat wakkert de knaaglust aan. Geef hem dus veel kauwbotten en speelgoedjes.

Vanaf 16 weken of 4 maanden begint een nieuwe fase, de echte pubertijdsfase. Deze fase eindigt wanneer de pup geslachtsrijp is. Hij verliest dan zijn puppy-vacht en krijgt een groeispurt. Honden in een groeispurt hebben soms last van angstgedrag. Dit is van korte duur en je kan dit gedrag best negeren. Confronteer hem niet met zijn angsten maar troost hem ook niet. Laat merken dat het allemaal heel gewoon is. De puppy zal ook voor het eerst verliefd worden en zijn instinct zal het dan volledig overnemen. Je kan hem op die momenten best gewoon afleiden met spelletjes. In deze periode besluiten heel veel mensen hun hondje te castreren of steriliseren. De meeste honden worden opnieuw beter handelbaar wanneer de hormonen geen rol meer spelen.